OudersWat is TOS?TOS en andere stoornissen
Wat is tos bij kinderen

Taal staat niet op zichzelf. Taal heeft veel te maken met geheugen en aandacht. Maar ook met denken, leren en plannen. En met gedrag en sociaal contact. Het is dan ook niet vreemd dat TOS lijkt op andere ontwikkelings-stoornissen. Er is overlap tussen TOS en andere stoornissen, zoals ADHDADHD staat voor de Engelse term ‘Attention Deficit Hyperactivity Disorder’. In Nederland gebruiken we ook wel de term ‘Aandachtstekortstoornis met hyperactiviteit (impulsiviteit)’. en autisme (ASS). En sommige stoornissen komen vaak samen voor, zoals TOS en dyslexie. Er is altijd onderzoek nodig door experts om te bekijken welke diagnoseKlachten of kenmerken die bij elkaar horen en een naam krijgen (bijv. TOS of ADHD). het beste past bij de problemen van een kind of jongere.

Andere spraak- en taalproblemen

Sommige spraak- en taalproblemen kunnen lijken op TOS. Of ze kunnen samen voorkomen. Zoals spraakproblemen door een spleet in de bovenlip (schisis) of door problemen in de spraakmotoriekJe spieren bewegen om te praten. Bijvoorbeeld de spieren van de mond, tong, lippen en kaak. (verbale ontwikkelingsdyspraxie). Of problemen met vloeiend spreken (stotteren of broddelen). Deze problemen kunnen alleen voorkomen. Maar ze kunnen ook samen met TOS voorkomen.

Sommige kinderen praten alleen tegen gezinsleden of bekenden. Maar op school of op een feestje spreken ze niet. Soms blijft dit probleem langere tijd bestaan. Dan kan het selectief mutisme zijn. Dit is een vorm van sociale angst en geen stoornis van de taal zelf.

Bij sommige syndromen horen ook taal- en spraakproblemen. Bijvoorbeeld bij het syndroom van Down of het 22q11.2 deletie syndroom. En ook kinderen met een ontwikkelings-achterstand of verstandelijke beperking hebben vaak moeite met taal. Als de taalproblemen (beter) passen bij een algemene ontwikkelings-achterstand dan spreken we niet van TOS. Maar kinderen kunnen wel een lagere niet-verbale intelligentieScore op een intelligentie-test waar geen of weinig taal bij nodig is. Bijvoorbeeld plaatjes in een logische volgorde zetten.  hebben en TOS.

TOS en dyslexie

Ongeveer de helft van de kinderen met TOS heeft ook dyslexie. Dat is een ernstig probleem met leren lezen en/of spellen. Kinderen met TOS en dyslexie hebben grotere problemen met lezen dan kinderen die alleen maar dyslexie hebben. Heeft je kind met TOS moeite met technisch lezenWoorden snel en zonder fouten hardop lezen. Zonder de betekenis te hoeven kennen.? Laat dan ook een dyslexie-onderzoek doen.

Niet alle kinderen met TOS hebben dus dyslexie. Maar de meeste kinderen met TOS hebben wel problemen met begrijpend lezen. Ze begrijpen niet altijd goed waar een tekst over gaat. Daarvoor moet je niet alleen goed kunnen lezen, maar ook de woorden en zinnen begrijpen. En de verbanden tussen zinnen. Kijk voor meer informatie over TOS en lezen bij TOS op school.

Kinderen met TOS en/of dyslexie hebben ook vaker dyscalculie: problemen met rekenen en ruimtelijk inzicht. Dyslexie en dyscalculie worden ook wel leerstoornissen genoemd.

Kijk voor meer informatie over leerstoornissen bij het NKD of het RID. Ook oudervereniging Balans en de vereniging Impuls & Woortblind geven nuttige informatie.

TOS en ADHD

De meeste kinderen hebben wel eens moeite met opletten en stilzitten. Vooral jonge kinderen zijn vaak afgeleid, dromerig of vergeetachtig. Ze kunnen hun aandacht nog niet lang bij een taak houden. Of ze hebben moeite met plannen en organiseren. Ook zijn alle kinderen weleens druk of impulsief. Ze doen zomaar iets zonder nadenken. Ze roepen bijvoorbeeld iets in de klas zonder hun hand op te steken.  

Bij sommige kinderen past dit dromerige of drukke gedrag niet meer bij hun leeftijd. Zij kunnen last krijgen van de aandachts-problemen (te weinig aandacht en/of impulsiviteit). Dan kan het ADHD zijn. Kinderen met ADHD hebben soms ook taalproblemen en/of leesproblemen. Ze hebben bijvoorbeeld moeite om een verhaal duidelijk te vertellen. Of ze kunnen hun aandacht niet bij het lezen houden.

Kinderen met TOS kunnen ook aandachts-problemen hebben. Of een ‘vol hoofd’. Kinderen zijn dan bijvoorbeeld druk omdat ze de les niet goed kunnen volgen. Taal- of leesproblemen kunnen komen door aandachts-problemen. Andersom kunnen aandachts-problemen komen door taal- of leesproblemen. Maar kinderen kunnen ook ADHD en TOS of dyslexie hebben.

Heeft jouw kind ook (kenmerken van) ADHD? Kijk voor meer informatie en hulp eens bij stichting Druk & Dwars. Voor jongeren is er ook een website over ADHD.

TOS en ASS

TOS en Autisme Spectrum Stoornis (ASS) kunnen erg op elkaar lijken. Ook bij ASS komt de taal soms moeilijk op gang. Kinderen met ASS hebben moeite met contact maken. Ze zijn minder geïnteresseerd in de communicatie met anderen. Ze kunnen zich ook minder goed verplaatsen in de ander (Theory of Mind). En ze hebben vaak opvallende interesses (bijvoorbeeld treinroutes).

Kinderen met ASS hebben vooral moeite met sociale communicatie. Dat zijn de ‘ongeschreven’ regels bij het praten met een ander. Zoals om de beurt praten. Of niet te lang doorpraten over je eigen onderwerp. Of rekening houden met wat de ander al weet. Of taal niet altijd ‘letterlijk’ nemen.

Ook kinderen met TOS kunnen problemen hebben met sociale communicatie. Bijvoorbeeld bij het vertellen van een verhaal. Soms klinkt het verhaal bijvoorbeeld niet logisch. Omdat ze informatie weglaten. Of van de hak op de tak springen. Maar dat kan ook door hun andere taalproblemen komen (zoals problemen met woorden vinden of zinnen maken).

Kinderen met ASS hebben vaak een andere prikkel-verwerking. Ze zijn bijvoorbeeld gevoeliger voor smaken en geluiden. Ook dat komt soms bij kinderen met TOS voor. In dit ervaringsverhaal lees je daar meer over. 

Zeker bij jonge kinderen is het niet altijd makkelijk om te ontdekken wat beter past: TOS of ASS of allebei. Als de taalproblemen beter passen bij ASS spreken we niet van TOS. 

Denk je dat je jonge kind kenmerken van ASS heeft? Vul dan eens deze vragenlijst in. Kijk voor meer informatie ook eens bij de NVA of het platform autismejongekind.

TOS en DCD

Sommige kinderen hebben veel moeite met rennen, fietsen, zwemmen, een bal vangen of schrijven. Zijn de bewegings-problemen (motorische problemen) ernstig? Dan kan het DCDDCD staat voor de Engelse term ‘Developmental Coordination Disorder’. In Nederland gebruiken we deze term meestal ook. De Nederlandse vertaling is ‘coördinatie-ontwikkelings-stoornis’. zijn. Een oude term voor DCD is dyspraxie (of ontwikkelings-dyspraxie).

Kinderen met TOS hebben vaker problemen met bewegen dan kinderen zonder TOS. En ze krijgen ook vaker de diagnose DCD. Dan hebben ze dus TOS en DCD.

Kinderen met DCD bewegen ‘onhandig’. Ze laten bijvoorbeeld vaak iets uit hun handen vallen. Of ze botsen ergens tegenaan. Kinderen met DCD hebben ook vaker spraak- en/of taalproblemen. Ernstige problemen met de uitspraak noemen we verbale ontwikkelings-dyspraxie of spraakontwikkelings-dyspraxie.

Bij ernstige DCD is een verwijzing nodig naar de revalidatie-arts of kinderarts.

Andere problemen

Veel kinderen met ontwikkelings-problemen hebben problemen met executieve functies: hersenfuncties die ons gedrag sturen. Kijk voor meer informatie bij TOS en de werking van de hersenen 

Kinderen met TOS hebben meer kans op sociaal-emotionele problemen. Ze voelen zich bijvoorbeeld vaker onzeker. Of ze kunnen moeite hebben met emoties herkennen en benoemen. Kijk voor meer informatie bij TOS en de sociaal-emotionele ontwikkeling 

Oudervereniging Balans is er voor ouders van kinderen met ontwikkelings-problemen (zoals leerproblemen of gedragsproblemen). 

Zoek je informatie over andere veel voorkomende ontwikkelings-problemen bij kinderen? Bijvoorbeeld eetstoornissen, lichamelijke klachten, angst, dwang of depressie? Kijk dan bij het kenniscentrum of deze kenniskaarten voor het onderwijs. Er is ook informatie voor jongeren.