OudersZorg & hulpHoe vraag ik zorg of hulp aan?

Wil je zorg of hulp aanvragen voor je kind? Hieronder staat hoe dat moet en wat de regels zijn. Zie voor een snel overzicht dit schema

Heb je zorgen of vragen over de spraak of taalontwikkeling van je kind? Dan kan een logopedist advies geven. Logopedisten onderzoeken de taalontwikkeling. En ze kunnen jou en je kind verder helpen. Logopedie is eerstelijnszorg. Je hebt dus in principe geen verwijzing nodig. Maar veel logopedisten vragen wel om een verwijzing. Omdat sommige zorgverzekeraars dat willen. Ga dan eerst naar de huisarts of de jeugdarts (van het consultatiebureau). 

Als het nodig is verwijst de logopedist of huisarts je door voor verder onderzoek of behandeling. Dat gebeurt meestal op het audiologisch centrum (AC). Voor onderzoek op het audiologisch centrum heb je altijd een verwijzing nodig. Het is tweedelijnszorg.  

Specialistische zorg voor kinderen met ernstige TOS heet Zintuiglijke Gehandicapten Zorg (ZG-zorg). Dat is derdelijnszorg. 

Heeft je kind (ook) ondersteuning nodig op school? Kijk dan bij Onderwijs en ondersteuning.

Welke zorg wil je aanvragen?

Logopedie in een logopediepraktijk

Wat doet de logopedist? 

Een logopedist in een logopediepraktijk heeft verschillende manieren om de taalontwikkeling te onderzoeken. Bijvoorbeeld door een test af te nemen. Of een gesprekje te voeren met je kind. 

De logopedist behandelt meestal 1 keer per week. Dit duurt een half uur per keer. Bij directe behandeling werkt de logopedist met het kind. Ouders zijn wel bij de behandeling aanwezig. Of ze krijgen informatie over de behandeling. Bij indirecte behandeling geeft de logopedist advies aan de ouders. Bijvoorbeeld over wat je zelf kunt doen om de taalontwikkeling van je kind te stimuleren. 

Logopedisten werken volgens de de richtlijn TOS (NVLF). Zij kunnen een diagnose (vermoeden van) TOS stellen. 

Hoe vraag ik logopedie aan? 

Zoek een logopediepraktijk bij jou in de buurt. Dat kan via de Zorgzoeker van de NVLF. Ook kan je via Google zoeken op “logopedie” en je woonplaats.  

Bespreek met de logopedist je zorgen over de taalontwikkeling van je kind. Schrijf bijvoorbeeld op wat je herkent op de pagina Heeft mijn kind TOS. De logopedist vertelt je of een verwijzing nodig is. Je maakt een  afspraak om kennis te maken. 

Goed om te weten: 

  • Je hebt geen diagnose TOS nodig om naar de logopedist te gaan. 
  • Ook bij een vermoeden van TOS kun je voor advies naar de logopedist. 
  • Logopedie wordt volledig vergoed (onder de 18 jaar). 

Onderzoek bij een audiologisch centrum (AC)

Wat doen ze op het AC?

Op het audiologisch centrum werkt een team van verschillende professionals. Dat noemen we een multi-disciplinair team. Ze kijken of de taalproblemen door TOS komen of door andere oorzaken, zoals gehoorproblemen of een lage intelligentie. 

Een audioloog onderzoekt het gehoor (audiologisch onderzoek). Een logopedist onderzoekt de spraak en taal. Een orthopedagoog of psycholoog onderzoekt het gedrag en het leervermogen (intelligentie). Dit heet het psychologisch onderzoek. 

Het team bespreekt samen de resultaten van de onderzoeken. Daarna hoor je de resultaten.

Hoe vraag ik onderzoek op het AC aan?

Voor onderzoek bij een audiologisch centrum zijn twee stappen nodig: 

Stap 1: afspraak met arts 

Maak een afspraak met een arts, bijvoorbeeld een: 

  • Huisarts 
  • Jeugdarts van de GGD
  • KNO-arts (als je kind daar al bekend is)

Bespreek met deze arts de zorgen over de taalontwikkeling van je kind. Schrijf bijvoorbeeld op wat je herkent op de pagina Heeft mijn kind TOS. Heeft je kind veel last van de taalproblemen? Bespreek dat dan ook en geef er voorbeelden bij. 

Stap 2: verwijzing naar AC 

Vraag om een verwijzing naar het audiologisch centrum (AC). Daar doen ze meer onderzoek. Krijgt je kind al logopedie? Dan kan de logopedist ook aan de arts vertellen waarom een verwijzing naar het audiologisch centrum nodig is. 

Goed om te weten: 

  • Je hebt geen diagnose TOS nodig om naar het audiologisch centrum te gaan. 
  • Je hebt wel een verwijzing nodig van de huisarts, jeugdarts of KNO-arts. 
  • Onderzoek bij een audiologisch centrum wordt onder de 18 jaar volledig vergoed. Ben je 18 jaar of ouder? Dan betaal je een verplicht eigen risico. 

ZG-zorg

Wat is ZG-zorg?

ZG-zorg staat voor Zintuiglijk Gehandicapten Zorg. Dat is specialistische zorg voor kinderen die niet goed kunnen horen en/of communiceren. Er zijn in Nederland zes organisaties voor ZG-zorg. Ze geven niet allemaal precies dezelfde zorg. Dit zijn de verschillende soorten ZG-zorg:

Vroegbehandeling 

De meeste organisaties bieden vroegbehandeling aan. Dat zijn peuterbehandelgroepen en ambulante zorg. 

De peuterbehandelgroep is er voor jonge kinderen met een (vermoeden van) TOS van 2 tot 4 jaar. De kinderen komen twee of drie dagdelen per week naar de groep. Ze spelen op de groep en oefenen daarbij veel met taal. Het behandelteam bestaat uit mensen met verschillende beroepen. Er is in ieder geval een logopedist, een pedagogisch begeleider en een gedragswetenschapper.

Ouders zijn heel belangrijk voor de behandeling. Ze kunnen meekijken op de groep en bij de logopedie. En meedenken over de behandeling. Ook kunnen ze ouder-cursussen volgen en informatie-bijeenkomsten bijwonen over TOS. 

Bij ambulante zorg krijgt je kind behandeling in de eigen omgeving (bijvoorbeeld thuis of op het kinderdagverblijf). Ouders en pedagogisch medewerkers leren hoe zij de taalontwikkeling kunnen stimuleren. 

Psycho-educatie 

De meeste organisaties geven ook psycho-educatie aan ouders, kinderen en jongeren. En soms ook aan andere mensen uit de omgeving. Door psycho-educatie leer je over wat TOS is en wat het betekent voor het dagelijks leven (thuis, op school, bij familie en vrienden). En hoe je ermee om kunt gaan. 

Individuele behandeling 

Sommige organisaties bieden ook individuele behandeling. Tijdens die behandeling kunnen kinderen en jongeren praten over moeilijke situaties of gevoelens. Of ze kunnen ermee leren omgaan door spelen of bewegen. Het kind oefent nieuwe situaties en vaardigheden samen met de behandelaar. 

Naschoolse behandeling 

Er is ook naschoolse behandeling voor kinderen die naar de basisschool of het voortgezet onderwijs gaan (vanaf 5 jaar). Deze kinderen hebben door de problemen in taal vaak ook sociaal-emotionele problemen of gedragsproblemen. Ze vinden het bijvoorbeeld moeilijk om contact te maken met andere kinderen. Vaak kunnen ze hun gevoelens niet goed uiten. Op de naschoolse behandelgroep oefent het kind taal en sociale vaardigheden samen met andere kinderen.   

Spraak- en taalambulatorium 

Een spraak- en taalambulatorium geeft hulp aan kinderen of jongeren bij wie een diagnose lastig te stellen is. Of als niet duidelijk is welke behandeling het beste past. Bij het ambulatorium krijgen zij een korte en intensieve vorm van onderzoek en behandeling. 

Fonopoli / Spraakpoli 

Een fonopoli of spraakpoli is voor kinderen met ernstige spraak-problemen. Ze zijn bijvoorbeeld niet goed te verstaan voor anderen. Gaat een kind met de hulp van de logopedist niet genoeg vooruit? Dan krijgt je kind hier een korte en intensieve vorm van onderzoek en behandeling. 

Hoe vraag ik ZG-zorg aan?

Wil je je kind aanmelden voor ZG-zorg? Hiervoor zijn vier stappen nodig: 

Stap 1: Onderzoek op het AC 

Een team van professionals met verschillende beroepen onderzoeken je kind. Bijvoorbeeld een audioloog voor het gehoor, een logopedist voor de taal en een gedragswetenschapper voor het leervermogen. Dit noemen we multidisciplinaire diagnostiek. 

Stap 2: Diagnose TOS 

Het audiologisch centrum stelt de diagnose (vermoeden van) TOS.

Stap 3: ZG-verwijzing

Het audiologisch centrum geeft een verwijzing naar ZG-zorg. De TOS moet hiervoor ernstig zijn. De uitgebreide regels daarvoor staan op de website van het SIACSIAC staat voor Samenwerkende Instellingen voor mensen met Auditieve en/of Communicatieve beperkingen.. In het kort zijn de regels: 

  • Je kind heeft een stoornis op één of meer taalgebieden (spraak, taalproductie, taalbegrip, taalgebruik). 
  • Het niveau van de taalontwikkeling ligt flink lager dan dat van leeftijdsgenoten. Je kind haalt dan lage scores op taaltesten. 
  • Je kind heeft zeer ernstige beperkingen in de communicatieve redzaamheidCommunicatief redzaam betekent dat je anderen kan begrijpen en zelf iets duidelijk kan maken. Dan kun je goed meedoen.. Dat betekent dat je kind veel last heeft van de taalproblemen. 
  • Heeft je kind ook andere problemen of stoornissen? Dan moeten de taalproblemen het belangrijkste probleem zijn. 
  • Je hebt een duidelijke hulpvraag. Bijvoorbeeld: “Help mijn kind om beter om te gaan met andere kinderen.” De hulpvraag past bij de zorg van een ZG-organisatie.

De medisch specialist of klinisch fysicus audioloog keurt de verwijzing goed. Heeft je kind met TOS al eerder een ZG-verwijzing gekregen? En is de TOS niet veranderd? Dan mag de huisarts of jeugdarts direct naar ZG-zorg verwijzen. 

Stap 4: Aanmeldpunt 

Het aanmeldpunt bepaalt of je kind inderdaad specialistische zorg kan krijgen. Ze kijken samen met jou welke ZG-zorg passend is. Het audiologisch centrum geeft jou de contactgegevens van het aanmeldpunt van een ZG-organisatie bij jou in de buurt. Je kunt zelf een afspraak maken. 

Goed om te weten: 

  • Als je kind opnieuw ZG-zorg nodig heeft, neem dan contact op met het aanmeldpunt van een ZG-organisatie bij jou in de buurt. Zij kunnen je vertellen welke stappen je moet nemen 
  • Het is niet mogelijk om twee vormen van zorg naast elkaar vergoed te krijgen. Een kind kan bijvoorbeeld geen vroegbehandeling krijgen en ook naar een logopediepraktijk gaan. Voor uitzonderingen kun je contact opnemen met je zorgverzekeraar.
  • ZG-zorg kun je wel samen met speciaal onderwijs of onderwijs-ondersteuning krijgen.
  • ZG-zorg voor kinderen wordt volledig vergoed (onder de 18 jaar). Ben je 18 jaar of ouder? Dan betaal je een verplicht eigen risico. 

TOSportret Babette, 9 jaar (ook haar moeder heeft een eigen TOSportret):