Taal speelt een grote rol in het onderwijs. Kinderen met TOS hebben vaak meer moeite met schoolse vaardigheden zoals lezen, spellen, rekenen, zaakvakken en vreemde talen. Ook bij communicatie in de klas en contact met leeftijdsgenoten hebben veel leerlingen met TOS meer ondersteuning nodig. De meeste leerlingen met TOS gaan naar het regulier onderwijs. Onderwijsprofessionals in het primair en voortgezet onderwijs kunnen veel doen om deze leerlingen te ondersteunen.
Taal op school
Taal speelt een grote rol bij alle activiteiten en vakken op school. In de onderbouw is taal bijvoorbeeld belangrijk bij spelen, kringgesprekken, voorlezen en zelf leren lezen. Voor leerlingen met TOS kan het bijvoorbeeld moeilijk zijn om nieuwe woorden te leren of om voorgelezen verhalen te begrijpen.
In de bovenbouw en op het voortgezet onderwijs worden instructies langer en moeilijker. Leerlingen met TOS stellen minder vaak uit zichzelf een vraag. Ze hebben meestal ook meer moeite met antwoorden formuleren. Ook begrijpelijk vertellen is vaak moeilijk. Onverwacht een beurt krijgen in de klas kan voor een kind met TOS lastig zijn. Van tevoren de beurt aankondigen kan helpen.
Door de taalproblemen kan het voor leerlingen met TOS moeilijk zijn hun aandacht erbij te houden. Ze kunnen afhaken en wegdromen, bijvoorbeeld tijdens kringactiviteiten en instructies. Vooral als mensen door elkaar heen praten of als het onderwerp snel wisselt haken zij af. Professionals denken vaak eerder aan concentratie- of motivatieproblemen dan aan taalproblemen.
Tip
Lijkt een leerling niet te luisteren? Ga dan na of de leerling moeite heeft met taal.
Leerlingen met TOS vinden het vaak moeilijk om te zeggen dat ze iets niet begrijpen. Soms beseffen ze zelf ook niet dat ze iets missen. Het is belangrijk om actief na te gaan of de instructie begrepen is. Vraag bijvoorbeeld of de leerling de instructie in eigen woorden wil herhalen. Of vraag wat de leerling als eerste gaat doen. Vraag dus niet alleen of de instructie begrepen is.
Leerlingen met TOS kunnen het moeilijk vinden vragen te beantwoorden. Lukt het de leerling niet een open vraag te beantwoorden? Stel dan een gesloten vraag of meerkeuzevraag. Begin met makkelijke open vragen (‘wie’, ‘wat’ en ‘waar’) in plaats van moeilijkere vragen (‘waarom’, ‘wanneer’ en ‘hoe’).
Tip
Reageert een leerling niet? Geef voldoende tijd – ongeveer 10 seconden – om de informatie te verwerken en een antwoord te formuleren.
Visuele ondersteuning helpt leerlingen met TOS. Laat kinderen bijvoorbeeld een foto van de vakantie meenemen om beter te kunnen vertellen in de kring. Geef uitleg of instructie met behulp van concrete materialen, afbeeldingen, picto’s, filmpjes, een woordweb of een (digitale) mindmap. Denk ook aan schriftbeeld, lijstjes, checklists, schema’s of pijlen. Bespreek met de leerling wat voor hem of haar goed werkt.
Leerlingen met TOS hebben baat bij structuur en voorspelbaarheid. Help deze leerlingen bij het plannen, organiseren en starten van taken. Maak de dagplanning of taakaanpak visueel en bespreek de planning ook met de leerling. Als ‘tijd’ nog erg abstract is voor een leerling kun je het verstrijken van de tijd zichtbaar maken, bijvoorbeeld met een tijdklok of ‘time timer’.
Tips voor taalaanbod en instructie
- Benadruk wat wel lukt en zorg voor succeservaringen.
- Bespreek met de leerling welke aanpassingen helpend zijn.
- Houd rekening met een tragere informatieverwerking en pas je spreektempo aan.
- Stel één vraag per keer en geef de leerling voldoende tijd om te reageren.
- Gebruik intonatie om nadruk te leggen op belangrijke woorden of woorddelen.
- Gebruik (natuurlijke) gebaren, lichaamstaal en mimiek.
- Zorg dat je de aandacht van de leerling met TOS hebt voor je instructie geeft.
- Geef concrete voorbeelden bij een talige instructie.
- Geef één opdracht tegelijk of bied de instructie in stappen aan. Maak de stappen visueel.
- Herhaal woorden, begrippen en opdrachten, bijvoorbeeld tijdens verlengde instructie.
- Besteed extra aandacht aan nieuwe, moeilijke begrippen uit zaakvakken en laat ze vaak terugkomen.
- Geef leerlingen met TOS vooraf een print van wat je wil bespreken.
- Praktische of creatieve opdrachten zijn soms geschikter dan mondelinge of schriftelijke opdrachten, bijvoorbeeld “maak een stripverhaal” of “bouw een vulkaan”.
Tips voor talige opdrachten
Talige opdrachten zijn bijvoorbeeld een boekbespreking, spreekbeurt of het schrijven van een werkstuk. Met de volgende tips kan je de leerling met TOS hierbij helpen:
- Zorg voor een helder stappenplan, bijvoorbeeld met een schema. Zorg voor structuur met behulp van ‘wie’, ‘wat’, ‘waar’, ‘wanneer’ en ‘hoe’ vragen. Bespreek en begeleid elke stap.
- Bespreek met de leerling of extra hulpmiddelen nodig zijn, zoals een spiekbrief tijdens de spreekbeurt of boekbespreking.
- Spreken in het openbaar kan voor leerlingen met TOS de spreekangst vergroten. Daarom is het doel in de eerste plaats het opdoen van een succeservaring. Begin bijvoorbeeld met een spreekbeurt voor één medeleerling.
- Overleg vooraf op welke manier de leerling omgaat met vragen na een spreekbeurt.
Veel technieken uit het speciaal onderwijs zijn nuttig voor alle leerlingen in een klas. Kijk bijvoorbeeld bij het Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek NRO voor een artikel over werkzame elementen van taal- en leesonderwijs in het speciaal onderwijs. In de leidraad taal staan gedetailleerde adviezen voor goed taalonderwijs en extra ondersteuning in groep 3 tot 8. Met Taalonderwijs in Beeld van het Expertisecentrum Nederlands kunnen scholen hun taalonderwijs evalueren.
Expliciete directe instructie is een effectieve manier van lesgeven voor alle leerlingen, maar leerlingen met een zwakke taalvaardigheid profiteren hier nog meer van.
- Geef korte en duidelijke instructie
- Doe voor (modeling)
- Denk hardop (scaffolding)
- Herhaal
- Controleer begrip (stel open vragen)
- Geef extra uitleg (interactie)
- Laat de leerling oefenen (voordoen, meedoen, zelf doen)
Zorg in de klas voor een rijk taalaanbod en taalstimulerende gesprekken. Besteed daarbij veel aandacht aan logische verbanden (zoals oorzaak-gevolgrelaties) en de signaalwoorden voor deze relaties (zoals ‘als-dan’, ‘omdat’). Betrek ook de ouders bij het stimuleren van de taalvaardigheid. NRO biedt ook veel informatie over taalstimulering en onderwijskansen.
Lees regelmatig voor en ga met leerlingen in gesprek over het verhaal. Interactief voorlezen stimuleert de taalontwikkeling van kinderen. Kijk voor tips over interactief voorlezen bijvoorbeeld bij Leraar24 en het Kennisplatform wij-leren.
Soms heeft een leerling met TOS een eigen leerlijn nodig. In de praktijk werkt de leerling dan vaak bij een aantal vakken op een lager niveau dan de rest van de klas. Kijk bij Stichting Leerplanontwikkeling SLO voor voorbeelden en tips over maatwerkaanpassingen voor leerlingen met TOS.
Lezen en spellen
Leerlingen met TOS hebben meer kans op leesproblemen. Het kan langer duren voor kinderen met TOS vloeiend lezen. Ze maken vaak meer fouten bij het (hardop) lezen en lezen langzamer. Ongeveer de helft van de leerlingen met TOS heeft ernstige en hardnekkige problemen met technisch lezen en/of spellen (dyslexie). leesproblemen bij kinderen met TOS én dyslexie zijn meestal ernstiger dan bij kinderen met enkelvoudige dyslexie.
Leerlingen met TOS maken langer en vaker spelfouten. Bij ‘fonologische’ spelfouten (“stuik” in plaats van “struik”) is het goed om te werken aan fonemisch bewustzijn en klank-teken-koppeling (decodeervaardigheden). Bij ‘morfologische’ fouten (“wormje” in plaats van “wormpje”) is het goed om aandacht te besteden aan regels voor woordvorming en werkwoordsvervoeging.
Tip
Heeft een kind met TOS ook dyslexie? Luisterboeken en tekst-naar-spraak software kunnen dan een goede keuze zijn.
Om lezen en spellen te ondersteunen is het belangrijk de vier ondersteuningsniveaus te volgen. Voor leerlingen met TOS is er een apart katern leesonderwijs van het dyslexieprotocol. Kijk voor meer informatie over dyslexie bij TOS en andere stoornissen.
De meeste leerlingen met TOS hebben door hun taalproblemen moeite met begrijpend lezen. Voor begrijpend lezen zijn technisch lezen, woordenschat, taalbegrip (begrijpend luisteren) en kennis van de wereld belangrijk. Besteed dus extra aandacht aan moeilijke woorden en zinnen in teksten, bijvoorbeeld door pre-teaching in een klein groepje. NRO Onderwijskennis geeft adviezen over begrijpend lezen en verdiepen van leesbegrip. Het is daarnaast belangrijk om aandacht te besteden aan het schrijven van teksten (stellen). Zie daarvoor de NRO adviezen voor schrijfonderwijs.
Bij leerlingen met TOS en een goede (technische) leesvaardigheid kan het schriftbeeld de zwakkere mondelinge taalvaardigheid juist ondersteunen. Voor deze leerlingen kan visuele ondersteuning in de vorm van tekst en ondertiteling van filmpjes helpen.
Tips voor lezen
- Besteed extra aandacht aan de leesvoorwaarden: letterkennis, fonologisch en fonemisch bewustzijn.
- Activeer voorkennis door van moeilijke woorden. Bespreek ze voor in .
- Met Woorden in de Weer is een onderbouwde methodiek voor het stimuleren van de woordenschat. Kentalis Weerwoord is een hulpmiddel volgens deze methodiek bij lessen Nieuwsbegrip.
- Gebruik rijke teksten in taal- en zaakvaklessen om de taalontwikkeling en kennis van de wereld te stimuleren. Ook voor zwakke lezers is een rijk taalaanbod belangrijk. verschillende rijke teksten waarin dezelfde woorden terugkomen.
- Besteed extra aandacht aan leesstrategieën en tekststructuur, zoals de signaalwoorden en verbindingswoorden in een tekst.
Rekenen
Leerlingen met TOS hebben vaker moeite met rekenen dan kinderen zonder TOS. Het werkgeheugen is een belangrijke voorspeller voor rekenvaardigheid. Veel kinderen met TOS hebben een zwak (verbaal) werkgeheugen.
Ook automatiseren is vaak lastig voor leerlingen met TOS. Zo kunnen zij moeite hebben met tellen en tafels leren. Ze blijven bijvoorbeeld langer hardop tellen, op hun vingers tellen of turven. Dit kan een aanwijzing zijn voor latere rekenproblemen.
Problemen met rekenen komen vooral voor bij opgaven waar de som groter is dan 10 (bijvoorbeeld 7 + 5). Bij hoofdrekenen en het bewerken van grotere getallen moet talige informatie tussentijds onthouden worden (bijvoorbeeld de stappen 7 + 3 = 10 en 10 + 2 = 12).
Leerlingen met TOS hebben vooral moeite met rekenen als daar taal bij nodig is. Rekenkundige begrippen kunnen lastig zijn, zoals wegen, bedrag, hoeveelheid, meer-minder-minst, afronden of kilogram. Redactiesommen zijn vaak lastig omdat taalbegrip en begrijpend lezen daarbij belangrijk zijn.
Tip
Gebruik ‘hardop denken’ tijdens de rekenles (“Ik doe er nu zes bij”).
Expliciete directe instructie is de meest effectieve vorm van rekenonderwijs en het meest geschikt voor leerlingen met TOS, zie bijvoorbeeld de methode Effectief Rekenonderwijs. In het Protocol ERWD staat meer informatie over effectief rekenonderwijs en het voorkomen van en begeleiden bij rekenproblemen.
Tips bij rekenen
- Besteed meer tijd en aandacht aan herhaling en automatiseren (tellen, tafels).
- Besteed extra aandacht aan rekentaal en moeilijke woorden tijdens de rekenles.
- Leg rekenkundige begrippen uit met concreet materiaal of visuele ondersteuning, bijvoorbeeld in de vorm van een schema of een tafelkaart.
- Bied een beperkt aantal taken of strategieën steeds op dezelfde manier aan om het werkgeheugen minder te belasten.
- Begeleid de leerling zo nodig individueel of in een klein groepje bij het maken van redactiesommen.
Communicatie op school
Leerlingen met TOS nemen minder vaak de beurt en zeggen minder uit zichzelf. Ze vinden snelle communicatie in groepen vaak lastig en vinden het vaak moeilijk om hulp te vragen aan klasgenoten. Tijdens spel of samenwerken kan miscommunicatie of ruzie ontstaan en het kan moeilijk zijn om dat zelfstandig op te lossen. Daarvoor moeten leerlingen overleggen, afspraken maken, hun mening geven en grenzen stellen en dat is lastiger met een lage taalvaardigheid. Deze leerlingen vinden het ook moeilijker om emotiewoorden te gebruiken, zoals teleurgesteld, zich schamen, opgelucht of opgewonden. Kijk voor meer informatie bij Sociaal-emotionele ontwikkeling.
Tip
Besteed extra aandacht aan emotiewoorden en omgaan met emoties. Praat met de leerlingen over gedachten en gevoelens. Moedig leerlingen aan om na te denken en te praten over wat ze vinden en waarom.
Leerlingen met TOS zijn ook kwetsbaarder voor (online) pestgedrag. Er bestaan verschillende methodes om (preventief) te werken aan de groepsdynamiek en sociale veiligheid. Bewezen effectieve methodes zijn bijvoorbeeld KIVA en PRIMA. Plezier op School is gericht op het vergroten van de sociale competentie van aanstaande brugklassers. Meidenvenijn is niet fijn! is gericht op pestgedrag onder meisjes. Lees bij het Nederlands Jeugdinstituut meer over wat werkt tegen pesten. Zie voor meer informatie en tips ook School en veiligheid.
Leerlingen met TOS kunnen extra begeleiding krijgen, bijvoorbeeld op naschoolse behandelgroepen of in de vorm van STER training of Krachttraining. Kijk voor de mogelijkheden bij Zorg en hulp.
Tips bij communicatie op school
- Oefen met taal in sociale situaties en geef voorbeelden van wat leerlingen kunnen zeggen, zoals: mag ik meedoen? of ik vind dit niet fijn.
- Bij ruzie of miscommunicatie kan het uittekenen of naspelen van een sociale situatie helpen om meer inzicht te krijgen.
- Visualiseer gesprekken, bijvoorbeeld met Ondersteunend tekenen, Kijkvorm of Teken je gesprek.
- Gebruik plaatjes of picto’s bij het herkennen en benoemen van emoties. Ook een emotiemeter, een woedemeter of gevoelensposter kan helpen.
- Zorg dat alle leerlingen tijdens samenwerken of groepsgesprekken aan het woord komen. Gebruik bijvoorbeeld een ‘kletskous’ of ‘praatpaal’ om de beurt te visualiseren.
- Ga na of de leerling met TOS de spelregels kent en begrijpt. Speel het spel anders een keer onder begeleiding of oefen een keer extra met de leerling.
Voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs
De meeste leerlingen met TOS gaan na het reguliere basisonderwijs naar het vmbo en mbo. Deze leerlingen hebben vaak extra moeite met deze overgang. In het vervolgonderwijs worden meer eisen gesteld aan taalvaardigheid, sociale vaardigheden en zelfstandigheid. Schriftelijke vaardigheden, abstract denken en snelle informatieverwerking worden steeds belangrijker.
Bij zaakvak- en beroepsonderwijs blijft taal belangrijk. Het NRO geeft adviezen over aandacht voor taal en taakgericht vakonderwijs. Het is daarnaast belangrijk om het welbevinden van deze leerlingen goed te volgen en ondersteuning te bieden bij sociale communicatie. Ook bij plannen en het maken van afspraken kan een leerling met TOS extra begeleiding gebruiken.
Het leren van een vreemde taal kan lastig zijn voor leerlingen met TOS. Taalvaardigheid in het Nederlands is een voorspeller voor het leren van Engels als vreemde taal. Leerlingen met TOS hebben in het algemeen meer taalaanbod nodig dan leerlingen zonder TOS. Voor de andere moderne vreemde talen is het aanbod op school vaak onvoldoende om de taal te leren. Het schoolbestuur kan ontheffing verlenen voor een tweede vreemde taal. Cursusaanbod gericht op het begeleiden van leerlingen met TOS bij het leren van vreemde talen in het vo en mbo is te vinden bij Kentalis en Auris.
Ondersteun leerlingen met TOS bij het zoeken naar een stage en solliciteren. Ook tijdens de stage is soms meer begeleiding nodig. Het is belangrijk dat de stagegever rekening houdt met zwakkere mondelinge, schriftelijke en sociale vaardigheden. Deze video laat zien hoe het mis kan gaan. Overleg met de stagegever wat de leerling nodig heeft en wat de stagegever kan verwachten. Begrip vanuit de omgeving vergroot de kans op succeservaringen in stage en werk.
Tip
Ook op het vo en mbo kan een leerling met TOS ambulante ondersteuning krijgen vanuit cluster 2.
Leerlingen met TOS hebben recht op aanpassingen bij toetsen en examens, zoals 30 minuten tijdverlenging en verklanking bij het centraal examen. Leerlingen met TOS hebben vaak meer tijd nodig om de informatie te verwerken en het juiste antwoord te formuleren. Kijk in het Siméa protocol voor een actueel overzicht van aanpassingen in het voortgezet onderwijs en het mbo.
Tips bij toetsen en examens
- Spreek af dat de leerling tijdens de toets om verduidelijking mag vragen van moeilijke begrippen (zoals ‘beargumenteer’) of gebruik duidelijke taal (“leg uit waarom”).
- Maak bij elke vraag duidelijk wat je minimaal verwacht in het antwoord.
- Gebruik liever geen geen dubbele vraagstellingen. Leerlingen met TOS ‘vergeten’ vaak een vraag volledig te beantwoorden. Check of de leerling alle deelvragen heeft beantwoord of deel de vraag visueel op in deelvragen.
- Bij toetsen kan het helpen om leerlingen met TOS mondeling te overhoren. Daarbij krijgen ze extra tijd om hun antwoord te formuleren. Het biedt ook de mogelijkheid om de vraag op een andere manier te stellen of om door te vragen, zodat er een ‘uitgebreider’ antwoord komt (“… want …”).
- Geef de leerling de mogelijkheid een toets in een rustige ruimte te maken.
Hulpmiddelen en ondersteuning
Leerlingen met TOS en leesproblemen kunnen baat hebben bij tekst–naar-spraak software of voorleessoftware zoals Kurzweil, Alinea, Read & Write en Sprint voor verklanking van teksten. Voorleessoftware kan al op de basisschool worden ingezet. Het lijkt vooral nuttig in het voortgezet onderwijs, als leerlingen langere teksten gaan lezen.
Leerlingen met TOS gebruiken soms solo-apparatuur, waarmee de stem van de leerkracht versterkt wordt. De voordelen van het gebruik van solo-apparatuur bij leerlingen met TOS zijn nog niet duidelijk. Daarom kan beleid over het wel of niet gebruiken ervan verschillen per school en per organisatie. Sommige leerlingen dragen oorkappen om zich beter te kunnen concentreren in een druk klaslokaal. Audiologen waarschuwen dat leerlingen hierdoor juist gevoeliger worden voor normale geluidsniveaus.
Tip
Een leerling met TOS kan snel vermoeid raken tijdens de schooldag. Dan is het fijn om even niet te hoeven praten of luisteren. Veel leerlingen vinden het prettig om even te rusten, te bewegen of iets creatiefs te doen.
Het is vooral belangrijk om in te zetten op omgevingsaanpassingen. Zorg voor een rustige, overzichtelijke omgeving en bij voorkeur voor een bus-opstelling. Door goed klassenmanagement en rust in de klas verminderen achtergrondgeluiden. Geef leerlingen met TOS een plek vooraan in de klas zodat ze het gezicht van de leerkracht goed kunnen zien. Spreek vaste momenten af wanneer leerlingen mogen overleggen of geef de leerling een rustige plek om te werken. Zijn er veel omgevingsgeluiden van buiten of galm? Zorg dan voor een betere akoestiek.
Cluster 2 biedt ambulante begeleiding in het regulier basisonderwijs, SBO en andere vormen van (voortgezet) speciaal onderwijs (zoals cluster 4), vo en mbo. Kijk hiervoor bij Routes onderwijs. Meer informatie over ondersteuning op het mbo en hbo is ook te vinden op VierVooruit.
Meer boeken en tips over TOS in de klas vind je op SMARTonderwijs. Daar vind je ook een voorbeeld van een faciliteitenkaart met afspraken (bijvoorbeeld: ‘er is afgesproken dat ik gebruik mag maken van een woordenboek’). Video’s met tips voor onderwijs aan leerlingen met TOS zijn te vinden op Auris Taalexpress en Kentalis ervaringsverhalen. Bezoek ook eens de website TOS in Beeld voor onderwijsprofessionals.
Meer lezen?
- Bruggink, M. & Stoep, J. (2022). Mondeling taalonderwijs: vier aanbevelingen voor de leraar. NRO Onderwijskennis.
- Everaert, E., Boonstra, M., Van den Bulk, L., Stuurgroep Programma Taalstimulering & De Bree, E. (2024). Taalboost voor kleuters. Didactief.
- Hajer, M. & Meestringa, T (2020). Handboek taalgericht vakonderwijs. Coutinho.
- Hollingsworth, J., & Ybarra, S. (2015). Expliciete directe instructie: tips en technieken voor een goede les. Pica.
- Isarin, J. (2016). Hulpwaaier TOS; tips en strategieën bij de hand. Pica.
- Van der Lee, A. & Stoep, J. (2022). Wie schrijft, die blijft. Onderwijskennis.nl (NRO).
- NRO Kennisrotonde (2018). Wat zijn adviezen en aandachtspunten voor rekentaal bij jonge kinderen met een taalontwikkelingsstoornis (TOS)?
- Orobio de Castro, B., Mulder, S., van der Ploeg, R., Onrust, S., van den Berg, Y., Stoltz, S., … & Veenstra, R. (2018). Wat werkt tegen pesten? Nationaal Regieorgaan Onderwijsonderzoek (NRO).
- Sanders, B. (2023). Taalontwikkelingsstoornissen in het basisonderwijs en speciaal basisonderwijs. Lannoo.
- Sanders, B. (2019). Taalontwikkelingsstoornissen in het voortgezet onderwijs en mbo. Lannoo.
- Stoep, J. & Gijsel, M. (2024). In hoeverre is het RTI-model passend voor leerlingen met een TOS in het so om ernstige lees- en/of spellingproblemen te voorkomen of verminderen? NRO Kennisrotonde.
- Tribushinina, E. (2018). Hoe eerder hoe beter? Vreemdetalenonderwijs voor kinderen met een taalontwikkelingsstoornis. VHZ-online.
Bronnen
- Bliekendaal, W., van den Boer, M., Hakvoort, B., & de Bree, E. H. (2024). Spelling abilities of Dutch children with developmental language disorder on words differing in complexity. Reading and Writing, 1-21.
- De Bree, E., Lammertink, I., van Witteloostuijn, M., & Rispens, J. (2022). Word-level spelling of children with dyslexia and developmental language disorder. Stem-, Spraak-en Taalpathologie, 27, 24-52.
- De Bree, E. H., Bliekendaal, W., & Van den Boer, M. (2025). Word spelling in monolingual and bilingual children with developmental language disorder. Journal of Research in Reading, 48(2), 110-130.
- Van den Bosch, D. & Gerrits, E. (2013). Auditieve verwerkingsproblemen en soloapparatuur bij normaalhorende kinderen in de basisschoolleeftijd. VHZ-online.
- Drullman, R. (2016). Erwin Baas: “Beperk het gebruik van oorkappen in de klas.” VHZ-online.
- Hadley, E. B., Newman, K. M., & Mock, J. (2020). Setting the stage for TALK: Strategies for encouraging language‐building conversations. The Reading Teacher, 74(1), 39-48.
- Joye, N., Broc, L., Olive, T., & Dockrell, J. (2018). Spelling performance in children with Developmental Language Disorder: A meta-analysis across European Languages. Scientific Studies of Reading, 23(2), 129-160.
- Kleemans, T., Segers, E., & Verhoeven, L. (2018). Individual differences in basic arithmetic skills in children with and without developmental language disorder: Role of home numeracy experiences. Early Childhood Research Quarterly, 43, 62-72.
- NRO Kennisrotonde (2023). Wat is het effect van interactief voorlezen op de peuterspeelzaal op de taal- en denkontwikkeling van peuters?
- NRO Kennisrotonde (2025). Leren basisschoolleerlingen meer woorden van teksten met veel of met weinig onbekende woorden?
- Pomper, R., McGregor, K. K., Arbisi-Kelm, T., Eden, N., & Ohlmann, N. (2022). Direct instruction improves word learning for children with developmental language disorder. Journal of Speech, Language, and Hearing Research, 65(11), 4228-4249.
- Simea (2014). Procesbeschrijving en Kwaliteitsindicatoren voor het onderwijs aan leerlingen met een taalontwikkelingsstoornis.
- Toll, S. W., Van der Ven, S. H., Kroesbergen, E. H., & Van Luit, J. E. (2011). Executive functions as predictors of math learning disabilities. Journal of learning disabilities, 44(6), 521-532.
- Tribushinina, E., Niemann, G., Meuwissen, J., Mackaaij, M., & Lahdo, G. (2022b). Teaching foreign language grammar to primary-school children with developmental language disorder: A classroom-based intervention study. Journal of Communication Disorders, 100, 106269.
- Williams, G. J., & Larkin, R. F. (2023). Translation and transcription processes in the writing skills of children with developmental language disorder: A systematic review. Topics in Language Disorders, 43(4), 283-301.
- Zoutenbier, I., & Zwitserlood, R. (2019). Exploring the relationship between native language skills and foreign language learning in children with developmental language disorders. Clinical Linguistics & Phonetics, 33(7), 641–653.
Deze pagina is voor het laatst bijgewerkt op 15 mei 2025